3 oktober 2018 – Afgelopen maandag sloot het Schakelteam personen met verward gedrag zijn werkzaamheden af. Er zal nog wel een vervolg komen, want de hulp aan mensen met verward gedrag vraagt blijvende aandacht.
Het schakelteam heeft in het algemeen een brede benadering voorgestaan. Maar onder druk van media en politiek verengt de aandacht zich vaak tot incidenten. Dan wordt verward gedrag al gauw vereenzelvigd met gevaarlijk gedrag en gaan beleidsmakers defensief opereren. Ze vragen zich vooral af hoe ze crisissituaties vroegtijdig kunnen signaleren en oplossen, maar ze staan niet stil bij duurzame oplossingen. Mensen met crisisgevoeligheid zijn het meest geholpen als zij zichzelf veilig voelen, bestaanszekerheid hebben en weer perspectief in hun leven zien. Dat vraagt een heel andere benadering dan een aanpak die eenzijdig gericht is op risicobeheersing.
Om die reden is het te overwegen om afscheid te nemen van het begrip verward gedrag, want dat heeft in de afgelopen jaren een te negatieve bijklank gekregen.
MIND vindt dat de problemen in het systeem in het vervolg harder aangepakt moeten worden. Daarnaast moet de aandacht verschuiven van crisisbeheersing naar duurzame oplossingen voor mensen in de kantlijn van de samenleving.
De oogst van drie jaar aanpak verward gedrag
Als het schakelteam op 27 september zijn eindcongres houdt is dat het voorlopig sluitstuk van drie jaar intensieve aandacht voor verward gedrag. Het is niet doenlijk om die drie jaar in een paar woorden samen te vatten. Een groot winstpunt is dat personen met verward gedrag en naastbetrokkenen een gezicht hebben gekregen. Vele ervaringsdeskundigen hebben hun verhaal gedaan en hun inbreng overal in het land en in het schakelteam is aanzienlijk geweest.
Niemand ontkent meer de problemen die er zijn in de hulp aan mensen die soms de greep op het leven kwijt zijn. We zien ook dat allerlei partijen in de wereld van veiligheid, zorg en welzijn die elkaar vroeger niet eens kenden elkaar nu opzoeken en gaan samenwerken. Gemeenten nemen steeds vaker de regierol en voelen zich verantwoordelijk voor een groep burgers die ze vroeger amper zagen staan.
Tegelijk merken de mensen die van de aanpak verward gedrag zouden moeten profiteren er in de praktijk vaak nog te weinig van. Ondanks de vele goede initiatieven lopen zij nog altijd tegen instanties aan die niet willen samenwerken of niet thuis geven als de problemen complex worden. Hun hulpvraag wordt vaak pas serieus genomen als de situatie escaleert. Achterliggende problemen als schulden, geen huisvesting of eenzaamheid krijgen niet de aandacht die ze verdienen. En familie en omstanders die ‘s nachts of in het weekend een zorgwekkende situatie willen melden weten niet waar ze terecht kunnen. Er is dus nog een lange weg te gaan.
Systeemproblemen harder aanpakken
MIND wil dat in de vervolgaanpak knelpunten in het systeem veel harder worden aangepakt. Hulpverleners willen vaak wel samenwerken, maar de schotten in regelgeving en financiering maken dat onmogelijk of op z’n minst onaantrekkelijk. Op veel grotere schaal dan nu moeten gemeenten en zorgverzekeraars budgetten samenvoegen en integrale maatwerkfinanciering bieden. De hulpbehoefte van de kwetsbare burger moet leidend zijn en het geld volgend. De hulpverlener kan dan doen wat nodig is zonder zich zorgen te hoeven maken uit welk potje het werk betaald wordt. En als iemand dan toch nog vastloopt in het systeem is er een doorzettingsmacht nodig: een onafhankelijke partij die een oplossing forceert in het belang van de burger en die kan afdwingen dat de noodzakelijke hulp gegeven wordt.
Bron: mindplatform.nl
Dit bericht is 4125 keer gelezen.