1 september 2016 – Mensen die met psychische problemen kampen, ervaren het hanteren daarvan samen met het opvoeden van kinderen als een uitdaging. Het opvoeden van kinderen kan echter ook stimuleren tot herstel van psychische problemen. Hulpverleners zouden daar beter op in kunnen spelen dan nu gebeurt.
Dat blijkt uit het proefschrift van Peter van der Ende. Hij promoveert op vrijdag 9 september aan Tilburg University.
Ongeveer de helft van de volwassenen met psychische aandoeningen heeft kinderen. Als gevolg van angst voor discriminatie of het verlies van het ouderlijk gezag, zijn ze echter niet altijd open over hun psychische aandoeningen en vragen ze niet snel om steun bij de ouderschapsrol. Steun bij het opvoeden van de kinderen wordt ook niet altijd geboden vanuit de geestelijke gezondheidszorg (GGz).
Van der Ende, die ook senioronderzoeker is bij het Lectoraat Rehabilitatie van de Hanzehogeschool Groningen, onderzocht ouders met psychische problemen, hun persoonlijke herstelstrategieën, de behoefte aan professionele steun en deed een evaluatie van een programma voor begeleid ouderschap.
Ongeveer de helft van de ondervraagde ouders met psychische problemen bleek behoefte hebben aan steun in de omgang met hun kinderen. Ze ervaren vaak een toenemend gevoel van ontoereikendheid als ouder, evenals angst voor het overbrengen van hun problemen op de kinderen.
Aan de andere kant bleek dat deze ouders ook een sterker gevoel van verantwoordelijkheid ontwikkelen, dat ze alert houdt in de interactie met hun kinderen en dat helpt om ritme en structuur aan te brengen in hun leven. Het vinden van kracht in de ouderschapsrol helpt juist weer bij de persoonlijke groei en herstel.
Specifieke voorzieningen voor ouders zijn schaars in Nederland, evenals programma’s om maatschappelijk werkers en verpleegkundigen te trainen in het begeleiden van ouders. Medewerkers van langdurige zorg afdelingen van ziekenhuizen gaven in het onderzoek van Van der Ende aan meer steun te bieden aan ouderschap dan medewerkers van de GGz.
Van der Ende adviseert organisaties voor geestelijke gezondheidszorg om te denken in termen van een gezinsbenadering en hulpverleners daarin te trainen. De eigen kracht van de ouders en de kinderen zou daarbij het uitgangspunt moeten zijn.
Bron: tilburguniversity.edu
Dit bericht is 7634 keer gelezen.