



3 juli 2025 – Het verwijzen naar de geestelijke gezondheidszorg is nog steeds een groot probleem voor veel huisartsen. Ondanks de komst van Mentale Gezondheidsnetwerken sinds 1 januari dit jaar. De lange wachtlijsten, een gebrek aan goede samenwerking en onvoldoende aanbod in de ggz voor mensen met meervoudige, complexe problemen drukt op de huisartsen en de huisartsenzorg. Dit blijkt uit een peiling van de Landelijke Huisarts Vereniging (LHV) onder 1650 leden. MIND herkent de uitkomsten van het onderzoek in signalen van haar achterban. Ze roepen de ggz op om geen exclusiecriteria toe te passen en mensen niet naar de huisarts terug te verwijzen.
Ontoegankelijkheid van de ggz
In het onderzoek van MIND naar de ontoegankelijkheid van de ggz in 2023 bleek ook de worsteling van mensen met exclusiecriteria, financiële drempels, lange wachttijden en onvoldoende passend aanbod voor mensen met complexe zorgvragen. We roepen aanbieders op om exclusiecriteria te schrappen en mensen niet meer terug te verwijzen naar de huisarts. En in plaats daarvan zelf de nodige ondersteuning te bieden of te verwijzen naar zorg die wel passend is. MIND hoopt dat de afspraken in het komende zorgakkoord (AZWA) bij gaan dragen aan verbetering van de toegang van mensen tot ggz en andere vormen van steun. De noodzaak is wederom duidelijk.
Wachttijdondersteuning buiten de huisartspraktijk
Tot slot wijzen we ook op onderzoek door MIND, Nivel en Trimbos van april dit jaar waaruit blijkt dat huisartsen en praktijkondersteuners (POH-ggz) nog onvoldoende verwijzen naar wachttijdondersteuning buiten de eigen praktijk. Dit vanwege onbekendheid en onvoldoende vertrouwen in het aanbod. Betere samenwerking tussen de huisartsenpraktijk, ggz, sociaal domein en informele zorg kan de werkdruk van huisartsen verlichten en helpt mensen sneller aan de nodige hulp.
Bron: persbericht
Dit bericht is 860 keer gelezen.



