Annemieke van Drenth toont aan dat ook Nederland autisme-pioniers kende. De diagnose ‘autisme’ bij kinderen werd hier zelfs al eind jaren dertig gesteld – voorafgaand aan de publicaties van Kanner en Asperger – door Ida Frye.
Leo Kanner en Hans Asperger
De twee bekende pioniers in de wereld van het autisme zijn psychiater Leo Kanner en kindergeneeskundige Hans Asperger. Kanner was de eerste die in 1943 publiceerde over autisme bij kinderen en wel in het Amerikaanse tijdschrift ‘Nervous Child’. Vervolgens deed Asperger in 1944 verslag van zijn onderzoek naar kinderlijke autisme in ‘Archiv für Psychiatry und Nervenkrankheiten’.
Chorus en Frye: Nederlandse autisme-pioniers
Annemieke van Drenth laat in haar wetenschapshistorisch onderzoek zien dat ook Nederland dergelijke autisme-pioniers kende. De diagnose ‘autisme’ bij kinderen werd hier zelfs al eind jaren dertig gesteld, voorafgaand aan de publicaties van Kanner en Asperger.
In het Nederlandse spoor naar ‘kinderlijke autisme’ figureert bijvoorbeeld Alfons Chorus die in 1947 de eerste hoogleraar psychologie aan de Leidse Universiteit zou worden. De centrale rol in het Nederlandse onderzoek was echter weggelegd voor zuster Gaudia, een tamelijk onbekend gebleven katholieke religieuze genaamd Ida Frye.
Aandacht voor kinderen met problemen
Chorus en Frye waren stafleden van het in 1936 opgerichte Nijmeegse Paedologisch Instituut. Hun aandacht voor kinderen met problemen was overigens geenszins uniek in die tijd. Disciplines zoals de pedologie en de opkomende kinderpsychologie en initatieven tot zorg voor probleemkinderen in de zogenoemde Medisch Opvoedkundige Bureau’s vormden de lijn waarlangs de categorie van ‘kinderlijk autisme’ in beeld werd gebracht.
Frye was verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg en de observatie van de kinderen en haar eerste casus van een ‘autist’ was een jongetje dat Siem heette.
Terwijl Kanner en Asperger faam verwierven als pioniers door publicaties in gevestigde medische tijdschriften, bleef Frye’s onderzoekswerk lang onzichtbaar. Pas in de jaren zestig promoveerde zij cum laude op een proefschrift over autisme waarin de casus van Siem centraal stond.
Inzicht in hoe casuïstiek van probleemkinderen eind jaren dertig onontbeerlijk was in het Nederlandse spoor naar kinderlijk autisme onderstreept haar rol als pionier in de wereld van het autisme. Tevens stimuleert deze wetenschapshistorische kennis theoretische reflectie op de ontwikkeling van ‘infantile autism’ als syndroom naar het huidige begrip van autisme als een spectrum van stoornissen (ASS).
Bron: universiteitleiden.nl
Dit bericht is 3954 keer gelezen.