Ook de digitale hoarder heeft een probleem met verzameldrang

Facebooktwitterlinkedinmail

28 september 2017 – Op tv zie je het regelmatig voorbij komen: beelden van mensen met een huis vol spullen. Zo vol dat ze niet meer door hun kamer kunnen lopen.Hoarders, heten ze. Maar de verzameldrang manifesteert zich tegenwoordig ook op een andere manier: digitaal.

Een paar jaar geleden zag Ron de Joode, die mensen met verzameldrang behandelt in het AMC, ze nog nauwelijks. Maar inmiddels is 5 tot 6 procent van zijn patiënten een digitale hoarder. Ze verzamelen allerlei soorten informatie en herinneringen.

Tienduizenden foto’s

“Ik heb patiënten gehad die tijdens een weekendje weg 1200 foto’s maakten en er niet een wilden verwijderen”, zegt hij. “Dat deden ze dan met ieder uitje en iedere vakantie. Op een gegeven moment hadden ze dan tienduizenden foto’s op hun computers staan en kochten ze extra harde schijven om ze allemaal te bewaren.”

Een andere patiënt van De Joode wilde promoveren door een bundel te maken van prozaverhalen. “Hij wilde een perfecte bundel en was al acht jaar bezig om allerlei verhalen te verzamelen. Hij had inmiddels ontzettend veel informatie bij elkaar, maar had door zijn zoektocht naar de informatie helemaal geen tijd om de verhalen te lezen.”

Obsessie

Het klinkt misschien onschuldig, toch is digitale verzameldrang net zo’n groot probleem als fysieke verzameldrang. “Bij de mensen die zo veel foto’s maakten, zag ik dat ze zich dwangmatig met fotografie bezig gingen houden. Ze raakten erdoor geobsedeerd. Soms waren ze dagenlang bezig met het bekijken van de foto’s, het verstoorde hun dag- en nachtritme. Vervolgens meldden ze zich dan ziek op hun werk, het stond echt hun leven in de weg.”

Waar komt die verzameldrang vandaan?

Er zijn volgens De Joode drie redenen waarom mensen allerlei spullen, digitaal of niet, verzamelen:

  • Emotie. Ze kunnen geen afstand doen van spullen omdat ze er herinneringen aan hebben gekoppeld. Ze willen bijvoorbeeld een servies van een tante die al 20 jaar dood is niet weg doen, omdat het hen herinnert aan de tante. Ze zijn bang dat ze de herinnering verliezen als ze de spullen weggooien.
  • Praktisch nut. Ze vinden van alles op straat of in de supermarkt, zoals aanstekers, een batterij of een schroefje. Dat zou zomaar een keer van pas kunnen komen.
  • Creatieve bedoelingen. Ze verzamelen dingen omdat ze daar ooit iets creatiefs mee willen doen. Ze willen bijvoorbeeld ooit een lampenkap maken van allerlei spullen die ze gevonden hebben, maar daar komen ze nooit aan toe.

De patiënten zelf vinden hun verzameldrang bijna nooit problematisch, zegt De Joode. “Ze hebben zelf eigenlijk geen last van hun verzameldrang. Ze begrijpen het ook niet als iemand hen aanspreekt op hun verzameldrang, ze zeggen dan: ik doe toch niemand kwaad?”

Externe hulp

Ongemerkt doen ze dat wel, zegt De Joode. Mensen die zo druk zijn met hun verzameldrang, kunnen de rest van hun leven vergeten. Ze maken bijvoorbeeld geen tijd voor hun kleinkinderen, maar ook niet voor hun eigen gezondheid. “Daarom is het wel degelijk belangrijk dat ze hulp krijgen.”

De Joode geeft als tip om mensen vooral niet te dwingen om spullen weg te gooien. “Veroordeel hun verzameldrang niet. Ga het gesprek erover met ze aan, en kijk of ze hulp willen zoeken. Probeer ze in ieder geval niet zelf te helpen, het is belangrijk als een extern iemand dat doet.”

Confronterend

“Als je zelf dat belangrijke koffiekopje van je moeder weggooit, zou dat weleens de familiebanden kunnen verstoren. Bij een externe hulpverlener is dat niet erg.” De Joode behandelt zelf regelmatig mensen met verzameldrang. “Ik stel ze dan vragen over waarom ze dat koffiekopje maar niet weg kunnen gooien. Dat kan heel confronterend zijn. Vervolgens krijgen de patiënten gespecialiseerde thuiszorg, en worden ze geholpen bij het beheersbaar maken van het hoarden.”

Bron en video : RTLnieuws.nl

Dit bericht is 5109 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail