Hoe de ervaringsdeskundige de hulpverlening verrijkt

Facebooktwitterlinkedinmail

12 juni 2018 – Stel, je durft die blauwe enveloppen maar niet open te maken maar de stapel wordt steeds groter. Of je probeert af te kicken van drugs, maar valt steeds terug. Of je bent dakloos en staat al maanden op de wachtlijst voor een kamer bij het Leger des Heils. Hoe zou het zijn als er iemand naar je luistert, met je praat en zegt: “Rustig aan, ik weet wat je doormaakt. Ik ben daar ook geweest. Ik kijk met je mee en deel wat van mijn shit om jouw shit te verzachten.“

Die mensen bestaan, ze werken overal, binnen de geestelijke gezondheidszorg en daarbuiten in het sociale domein, bij gemeentes en woningbouwcorporaties. Ervaringsdeskundigen heten ze, en ze zijn het nieuwe evangelie binnen de hulpverlening.

Marlis, Barry en Osman hebben iets in gemeen. Ze werken respectievelijk bij het Leger des Heils, GGZ Eindhoven en woningcorporatie Tiwos. Alle drie hadden geen prettig verleden: onveilige jeugd, schulden, drugs, dakloos, depressie. Maar ze klommen uit het dal en werken nu met hun ervaring. Ze zijn ervaringsdeskundigen.

“Rustig aan, ik weet wat je doormaakt. Ik ben daar ook geweest. Ik kijk met je mee en deel wat van mijn shit om jouw shit te verzachten.“

Een van de organisaties in het sociale domein die ervaringsdeskundigen inzet is de Tilburgse woningcorporatie Tiwos. Daar werk Barry Robeerst. Barry belandde ‘in de shit’.  Een terugkerende angststoornis, vluchtgedrag, ongeopende enveloppen, uitkeringen en depressie vormden lange tijd de rode draad in zijn leven. Maar hij hervond onder professionele begeleiding de weg omhoog.

Nu is hij wijkbeheerder mét ervaringsdeskundigheid in de Tilburgse Textielbuurt, een van oudsher typisch Tilburgse volkswijk. Kleine rijtjeshuizen waar de mensen gezeten in plastic tuinstoelen  met een biertje erbij gezellig met elkaar keuvelen voor de voordeur. Achter diezelfde voordeur gaat het er vaak minder gezellig aan toe: armoede, schuldproblematiek, drugs- en alcoholgerelateerde problemen, al dan niet in combinatie met burenruzies.

Bij Tiwos wisten ze eerst helemaal niet dat Barry wel erg bekend was met de problematieken die er in hun woonwijken speelden. Hij had zijn eigen achtergrond tactisch verzwegen bij zijn intake. Herkenbaar voor andere ervaringsgdeskundigen die we spreken. Met dat soort dingen loop je niet te koop. Wat niet weet wat niet deert, dacht Barry. Wie zou hem anders aannemen? En hij wilde deze baan graag hebben, én behouden. Tot die tijd was z’n carrière een aaneenschakeling van baantjes die hij na een half jaar weer kwijtraakte.

Bij achter-de-voordeurbezoeken merkte hij dat hij wel héél vaak raakvlakken had met de huurders achter die deur, en dat zij hem al snel vertrouwden. Waar Barry’s collega’s vooral stuitten op onbegrip en dichtslaande deuren, bleven de deuren voor Barry opengaan. Barry besloot betaald door z’n werkgever een opleiding te gaan volgen als ervaringsdeskundige bij Howie the Harp, een particuliere opleiding. Na een jaar mocht hij zich gediplomeerd ervaringsdeskundige noemen.

Bij Tiwos zijn ze er maar al te blij mee, vertelt directeur René Scherpenisse ons op een zonnige middag in de Textielbuurt. De Textielbuurt is een wijk waar steeds meer druk op komt te staan, er komen steeds meer mensen met rugzakjes te wonen. Kwetsbare mensen.

Tiwos wil als woningcorporatie écht contact maken met haar huurders, weten wat er speelt. Zich niet verschuilen achter een pc’s en belmenu’s. Zichtbaar zijn in de wijk. Mensen als Barry zijn goud waard. Het werken met mensen die ervaringsdeskundig zijn helpt enorm bij die zichtbaarheid, weet directeur René.

Barry kent werkelijk iedereen. Over de levens achter iedere voordeur kan hij wel een verhaal vertellen. Daar woont een gescheiden vrouw. Die vrouw daar leidt aan psychoses. Die man daar kan niet van de alcohol afblijven. En daar een vluchtelinge uit Irak. In dat pand daar zat een drugslab. En zo verder.
Barry wuift naar opgestoken armen uit langsrijdende auto’s. Vrouwen in deuropeningen die hem aanspreken over batterijtjes die vervangen moeten worden in de rookmelder en melden dat de buurvrouw frietvet over de schutting gooit. Mannen met pilsjes in de hand die klagen over dealers en buitenlanders in de buurt. En oude mannen in scootmobiels die naar ‘m toe komen rijden en vertellen over de laatste berichten uit het ziekenhuis en de nieuwe heup. Na een ochtend wandelen heeft Barry tien nieuwe afspraken in z’n agenda gezet en tig vragen doorgezet naar z’n collega’s op kantoor bij Tiwos.

In iedere zin die Barry uitspreek over zijn eigen ervaringsdeskundigheid hamert hij erop dat het belangrijk is om niet op de stoel van de hulpverlener te gaan zitten. Want dat is hij niet. Daarvoor is hij niet opgeleid. Dat doen anderen. Barry komt voor kapotte deuren, stucwerk, scheuren in muren, in te draaien lampjes en als er gedoe is tussen buren, kortom woongerelateerde vragen. Maar hij blijft ook hangen voor een kop koffie en een goed gesprek als het even niet zo goed gaat op persoonlijk vlak. Waar hij kan verwijst hij door naar hulpverlening die de huurders kan helpen hun leven op orde te krijgen. Zelfs was hij lange tijd een hulpweigeraar en hij kent alle smoesjes om die steun in de rug te weigeren.

Claudia is een transgender en woont ook in de Textielbuurt. Zij en Barry zijn bevriend, zegt ze. Op Facebook en in ’t echt. Ze belt hem geregeld. En niet alleen als er iets stuk is in de woning. Niet iedereen in de buurt accepteert haar anders-zijn. Barry wel. Die spreekt haar netjes aan met Claudia en niet met haar oude naam. Wederzijds respect. En ze kent ook een stukje van zijn geschiedenis. Dat maakt het makkelijker om dingen van hem aan te nemen. Ze geeft Barry als cijfer een 9.5, waar de rest een 4 krijgt. Bij Barry voelt ze zich écht gehoord. Écht gehoord voelen, dat krijgen we die ochtend van iedereen terug die we vragen naar de ervaringen met Barry.

Marcel, ex-junk en Rotterdammer van geboorte, legt het een paar deuren verder uit in onvervalst Rotterdams. Hij raakte bijna z’n Tiwos-huurhuis kwijt maar na succesvolle bemiddeling van onder andere Barry mocht hij toch blijven en maakt nu langzaam z’n verwaarloosde huis weer leefbaar.

“Als er iemand anders dan Barry over de vloer komt met vragen dan is het binnen twee seconden afgelopen en dan zeg ik niets meer. Omdat ik ze niet vertrouw. Ze kunnen inpakken en als ze niet vertrekken dan krijgen ze maat 42 met stalen neus van me en gaan ze vliegen.”

Met Barry is het anders. Dat Barry soms dingen uit zijn eigen verleden deelt, dat helpt. Schept een band. Marcel gaat daardoor ook meer dingen delen. Marcel wordt er rustig van. En omdat hij rustiger wordt kan er gerichter worden gezocht naar passende hulp.

Cijfers over hoeveel ervaringsdeskundigen inmiddels aan het werk zijn zowel binnen als buiten de GGZ bestaan nog niet. Dat bevestigen ook Alie Weerman, lector GGZ en Samenleving Windesheim en HBO-docent en Trimbos-onderzoeker Wilma Boevink. Ze zijn allebei experts op het gebied van de inzet van ervaringsdeskundigheid. Ze voelen allebei dat de inzet in de lift zit, maar dit écht cijfermatig onderbouwen kunnen ze (nog) niet. Boevink zegt wel dat er nu enkele onderzoeken gaande zijn waaruit wat meer gezegd kan worden over de absolute inzet van ervaringsdeskundigen op de werkvloer.

Movisie en Sociaal Werk Nederland hielden wel een peiling in aanloop naar het landelijk jaarcongres Inzet van ervaringsdeskundigheid. Van de ruim 90 organisaties in het sociale domein die zij benaderden bleek dat bij 55% ervaringsdeskundigen actief zijn en dat nog eens 13% overweegt om ervaringsdeskundigen in te gaan zetten.Bovendien, ervaringsdeskundigen vormen ook nog geen officiële beroepsgroep.

Die wens leeft wel binnen zorgorganisaties. Dat zou het werken met ervaringsdeskundigen ook beter declarabel maken. Nu wordt hun inzet nog vaak betaald uit de overhead van de organisaties die met hen werken. Maar dat zou weleens kunnen gaan veranderen. Ervaringsdeskundigen zijn hier om te blijven.

Dit bericht is 14017 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail