8 juli 2025 – De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de NZa in het kostprijsonderzoek een onredelijke methode heeft gebruikt voor het vaststellen van de tarieven per 2026. De NZa mag deze methode niet toepassen bij het bepalen van de nieuwe tarieven. De LVVP is blij, trots en vooral opgelucht dat ze, samen met de mede-eisers, deze rechtszaak hebben gewonnen!
De rechter heeft niet de alternatieve rekenmethode van de LVVP opgelegd. Daardoor is het nog onduidelijk hoe de NZa nu tot redelijke tarieven zal komen. De LVVP wil hierover graag in overleg met de NZa.
De LVVP heeft het kort geding aangespannen vanwege de ernstige bezwaren tegen de toegepaste rekenmethode, die volgens ons leidt tot een structurele onderfinanciering van ten minste 7%. Dit komt neer op een jaarlijkse schade van maar liefst ruim € 20 miljoen voor vrijgevestigde ggz-praktijken.
De LVVP bedankt de leden die als mede-eisers in deze rechtszaak hebben meegedaan. Eveneens bedanken ze Maverick Advocaten voor hun deskundige begeleiding en bevlogen pleidooi! Dank ook voor de adhesiebetuigingen van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV), de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV), de KNMT (tandartsen, orthodontisten en kaakchirurgen), De Bevlogen Huisartsen, de ONT – Tandprotheticus, Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie en de Nederlandse Vereniging voor Podotherapeuten.
Hieronder lees je de letterlijke tekst van de beslissing uit het vonnis van de rechter:
“4. De beslissing
De voorzieningenrechter
4. 1 gebiedt de NZa om bij het bepalen van de tarieven voor vrijgevestigde psychologen en psychotherapeuten voor het contractjaar 2026 geen gebruik te maken van een methodiek waarbij de normatieve arbeidscomponent (NAC’) wordt gemaximeerd op een werkweek van 36 uur en 46 werkweken per jaar.
4.2. veroordeelt de NZa om aan LVVP c.s. een dwangsom te betalen van € 10.000,00 voor iedere dag dat zij, één maand na dit vonnis, niet aan het gebod in 4.1 voldoet, tot een maximum van € 200.000,00 is bereikt.
4.3. veroordeelt de NZa in de proceskosten van € 2.12 1.25. te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als de NZa niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
4.4. veroordeelt de NZa tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6: 119 BW over de proceskosten als deze niet binnen veertien dagen na aanschrijving zijn betaald.
4.5. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad.
4.6. wijst het meer of anders gevorderde af.”
Bron: lvvp.info
Dit bericht is 688 keer gelezen.