Twee veelvoorkomende klachtenprocedures in de GGZ

Facebooktwitterlinkedinmail

6 juli 2018 – Het eerste dat bij het woord ‘klacht’ door het hoofd schiet bij dokters is vaak een tuchtklacht. Maar gelukkig komt het vaak niet zover omdat er met minder ingrijpende interne klachtenroutes al veel op te lossen valt. Patiënten in de GGZ kunnen gebruik maken van een aantal interne klachtenregelingen. Hoog tijd voor wat aandacht voor twee veelvoorkomende klachtenroutes in de GGZ. De Jonge Psychiater maakte dit overzicht ; 

1. Een klacht onder de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz)

De Wkkgz regelt klachten van ‘algemene aard’. Dit zijn alle soorten klachten met betrekking tot de behandeling in de breedste betekenis van het woord, met uitzondering van de klachten die te maken hebben met onvrijwillige zorg via de wet BOPZ (die vallen onder de BOPZ klachtenregeling, zie verder). De klacht moet betrekking hebben op een gebeurtenis die niet langer dan twee jaar geleden plaatsvond. De zorgaanbieder (bv. een GGZ instelling) moet het de patiënt makkelijk maken om een klacht in te dienen via de Wkkgz en actief aan patiënten laten weten dat die mogelijkheid er is. Instellingen zijn verplicht hiertoe een onafhankelijke klachtenfunctionaris aan te stellen, die de klager gratis adviseert bij het indienen en formuleren van een klacht, en oplossingen onderzoekt.

Dient een patiënt een klacht volgens de Wkkgz tegen je in, dan heb je als verweerder volgens de CAO recht op ‘adequate rechtsbijstand’. Het is goed om na te vragen bij je werkgever hoe dat geregeld is. In het verloop van de procedure vindt vervolgens ‘hoor en wederhoor’ plaats. Als verweerder mag je mondeling of schriftelijk je mening geven over de klacht. Dat hoef je overigens niet per se te doen, maar bedenk dan wel dat er hoe dan ook een oordeel kan komen. Klager en verweerder mogen vervolgens op elkaars standpunt reageren.

Na het horen van beide partijen probeert de klachtenfunctionaris in eerste instantie naar een oplossing te zoeken. Als dit niet lukt, zal de klachtenfunctionaris de klacht voor bemiddeling aanmelden bij de klachtencommissie. Bij bemiddeling de klachtencommissie de klacht op een informele wijze op te lossen. Er wordt dan geen oordeel uitgesproken en geen maatregel opgelegd. Mocht de bemiddeling tot niets leiden, dan volgt klachtbehandeling ter zitting. Een klachtbehandeling verloopt formeler: na onderzoek volgt een oordeel van de klachtencommissie en er kunnen maatregelen worden geformuleerd om herhaling van de klacht te voorkomen.

De uitspraak van de klachtencommissie is daarbij bindend. Dit betekent dat de zorgverlener of instelling zich aan de uitspraak moet houden. De Wkkgz geeft een termijn van zes weken om de klachtenprocedure te behandelen, met een eventuele verlenging van vier weken als dat nodig is voor een zorgvuldig onderzoek.

Kan de patiënt in beroep?

Ja. Als klager zich niet kan vinden in het eindoordeel en/of de voorgestelde maatregelen, en er is aan verscheidene zorgvuldigheidseisen voldaan in de procedure van de interne klachtenbehandeling, dan  is er sprake van een ‘geschil’ kan de patiënt  naar een externe geschilleninstantie. Dit is de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg voor alle zorginstellingen die aangesloten zijn bij GGZ Nederland. Je moet als patiënt 52,50 euro klachtgeld betalen om een klacht in te dienen. Dat bedrag krijgt de patiënt terug als de commissie de patiënt in het gelijk stelt. De commissie kan een vergoeding van geleden schade toekennen tot 25.000 euro. De geschillencommissie kan niet alle klachten behandelen. Voor meer informatie check de site www.degeschillencommissiezorg.nl 

2.  Een klacht onder de Wet BOPZ

De klachtenregeling van de Wet BOPZ geldt alleen voor klachten van onvrijwillig opgenomen patiënten en er kan over een beperkt aantal beslissingen geklaagd worden:

      • de wilsonbekwaamheid die een arts heeft uitgesproken;
      • beperking van rechten, zoals het recht zich vrij te bewegen;
      • toepassing van middelen en maatregelen in noodsituaties, zoals gedwongen medicijngebruik;
      • gedwongen toediening van voedsel of vocht, vrijheidsbeperking of afzondering;
      • dwangbehandeling;
      • niet toepassen van het overeengekomen zorgplan of behandelplan.

Bij BOPZ klachten heeft de klachtenfunctionaris vaak geen rol. Patiënten kunnen zich direct richten tot de klachtencommissie en zich door de Patiëntenvertrouwenspersoon (PVP) laten bijstaan. Een BOPZ klacht moet binnen twee weken behandeld worden als het gaat om een beslissing die wordt uitgevoerd op het moment waarop de klacht wordt ingediend. Als het gaat om een beslissing die niet meer wordt uitgevoerd mag de klachtencommissie er vier weken over doen. Uitspraken over klachten die op grond van de Wet BOPZ zijn ingediend, zijn bindend.

De patiënt kan overigens ook een klacht indienen met daarnaast een schorsingsverzoek. Indien de klachtencommissie dat verzoek honoreert, dan moet de uitvoering van de beslissing (bijvoorbeeld start van de dwangbehandeling) wachten tot de klachtencommissie een uitspraak heeft gedaan over de klacht.

Kan de patiënt in beroep?

Ja. De klager kan in beroep gaan bij een rechter als de klachtencommissie zijn klacht ongegrond verklaard heeft of als de klachtencommissie niet op tijd uitspraak heeft gedaan.

Disclaimer: bovenstaande beschrijving is niet uitputtend en kan per zorgaanbieder verschillen. Check voor de precieze gang van zaken de klachtenprocedure van de instelling waar je werkzaam bent!

Literatuur:

    1. BOPZ
    2. Vraagbaak Psychiatrie en recht, onder redactie van R.Ph. Gerzon, SDU, 2017.
    3. Geschillencommissie

Bron: dejongepsychiater.nl

Dit bericht is 7000 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail