Mensen met psychische klachten worden steeds vaker in de huisartsenpraktijk behandeld

Facebooktwitterlinkedinmail

15 november 2017 – In Nederland werken inmiddels bijna alle huisartsen samen met één of meerdere praktijkondersteuners geestelijke gezondheidszorg (POH-GGZ) die een toename in het aantal mensen met psychische problemen zien. Dat blijkt uit onderzoek van Tessa Magnée dat werd uitgevoerd bij onderzoeksinstituut Nivel, zo meldt NU.nl.

Binnen NIVEL Zorgregistraties worden routinematig zorggegevens verzameld via de informatiesystemen van huisartsen. Uit deze gegevens blijkt dat zowel huisartsen als praktijkondersteuners huisartsen GGZ (POH’s-GGZ) de laatste jaren steeds meer patiënten met psychische klachten op consult krijgen.

In 2014 zagen artsen ongeveer 15 procent meer patiënten met psychische problemen dan in 2010. In deze periode werden bijna twee keer zoveel patiënten van de huisarts ook door een POH-GGZ gezien. Doel van het onderzoek was het monitoren van de zorg voor mensen met psychische problemen in Nederlandse huisartsenpraktijken tussen 2011-2015.

De geestelijke gezondheidszorg (GGZ) werd in 2014 in Nederland hervormd. Huisartsen mogen alleen nog patiënten verwijzen met een (vermoedelijke) psychiatrische stoornis of een hoog risico op bijvoorbeeld suïcide of ernstige zelfverwaarlozing. Alle andere patiënten met psychische problemen moeten behandeld worden binnen de huisartsenpraktijk. Reden daarvoor is dat huisartsenzorg laagdrempelig en goedkoper is dan gespecialiseerde zorg.

Aanvullende zorg
De praktijkondersteuner onderzoekt samen met de patiënt wat er aan de hand is en helpt hen tijdens een aantal gesprekken weer op weg. Op deze manier kunnen steeds meer patiënten binnen de huisartsenpraktijk behandeld worden. de POH-GGZ neemt geen taken over van de huisarts, maar biedt aanvullende zorg aan de mensen die vroeger misschien geen hulp zouden ontvangen of direct doorverwezen zouden worden.

“De versterkte huisartsenzorg voor psychische klachten lijkt aan een zorgvraag te voldoen. De recente ontwikkelingen zouden een preventieve werking kunnen hebben, en in het gehele systeem tot een kostenbesparing kunnen leiden”, aldus Magnée.

Uit vervolgonderzoek zou moeten blijken hoe effectief de behandeling door de POH-GGZ is. Ook moet dan onderzocht worden wat de gevolgen van de introductie van de POH-GGZ zijn voor het aantal patiënten dat behandeld wordt in de gehele geestelijke gezondheidszorg. Ondanks dat huisartsen sinds de komst van de POH-GGZ meer behandelopties hebben, zijn zij de laatste jaren niet minder antidepressiva gaan voorschrijven.

Magnée promoveert op 15 november aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Bron: nu.nl

Dit bericht is 5773 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail