Jongeren met ADHD groter risico op depressie

Facebooktwitterlinkedinmail

adhd, school

12 oktober 2016 – Jongeren met ADHD hebben een groter risico op een depressie dan jongeren zonder ADHD, indien zij kampen met angst- en gedragsstoornissen. Promovenda Arunima Roy van de Rijksuniversiteit Groningen ontdekte ook dat pesten en intimidatie onder leeftijdsgenoten nauwelijks bijdragen aan het ontstaan van een depressie bij jongeren met ADHD. 

Tegen de tijd dat ze vroegvolwassen zijn, heeft ongeveer een derde van alle kinderen die zijn gediagnosticeerd met ADHD ook depressieve symptomen. Dat blijkt uit onderzoek van Arunima Roy, gebaseerd op het grote TRAILS-onderzoek waarin de gezondheid van 2.500 jongeren meer dan tien jaar is gevolgd. Triggers voor het krijgen van depressieve klachten zijn volgens Roy angst- en gedragsproblemen. Zij vond geen aanwijzingen dat individuen met zowel ADHD als depressieve klachten als een aparte groep moeten worden gezien.

ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder) wordt vaak in verband gebracht met onderpresteren op school, moeite om een baan te vinden, emotionele instabiliteit en problemen in de omgang met vrienden en familie. Bovendien lijkt ADHD ook samenhang te vertonen met de ontwikkeling van een depressie, waarbij geldt dat jongvolwassenen met zowel ADHD als depressieve symptomen er slechter aan toe zijn dan jongeren met ‘alleen’ ADHD.

Uit Roy’s resultaten blijkt dat niet alleen kinderen met de diagnose ADHD, maar ook degenen met mildere ADHD-symptomen een verhoogde kans hebben op depressie. Het hoogste risico op het ontwikkelen van een depressie liepen kinderen die naast of als gevolg van de ADHD ook gedragsproblemen en angstklachten vertoonden.

Het is belangrijk om kinderen met ADHD goed te monitoren, zo oppert Roy, wellicht met behulp van leerkrachten die zijn bijgeschoold over ADHD. Dergelijke regelmatige feedback van docenten kan informatie opleveren over ontwikkelingen op academisch en sociaal vlak, die normaal gesproken niet direct beschikbaar is voor ouders en clinici. De promovenda beveelt aan kinderen met ADHD intensief te monitoren rond de vroege adolescentie, omdat in deze periodes hun extra risico op de ontwikkeling van depressie het grootst is. De resultaten suggereren volgens haar ook dat vroegtijdig aanpakken van ADHD zelf, de beste route naar het voorkomen van depressie is.

Arunima Roy (1987) studeerde Geneeskunde aan de Maharashtra University of Health Sciences in Nashik, India. Zij verrichtte haar onderzoek binnen de afdeling psychiatrie en onderzoeksinstituut SHARE van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Het onderzoek werd betaald door ATTP. Roy is nu als onderzoeker verbonden aan de McGill University in Montreal, Canada.

Bron: rug.nl

Dit bericht is 16105 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail