Inclusieve arbeidsmarkt geen prioriteit voor werkgevers ondanks economische groei

Facebooktwitterlinkedinmail

10 oktober 2019 – Voor werkgevers heeft het weinig prioriteit om inclusiever te worden en bijvoorbeeld mensen met een arbeidsbeperking, of oudere werknemers in dienst te nemen. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP).

Een gunstige economische situatie is een voedingsbodem voor investeringen van werkgevers in duurzame inzetbaarheid en een inclusieve arbeidsmarkt. Hoewel werkgevers weer meer aandacht hebben voor duurzame inzetbaarheid, is er nog winst te behalen op het terrein van de inclusieve arbeidsmarkt en scholing.

Werkgevers voelen vaak de verantwoordelijkheid voor duurzame inzetbaarheid en een inclusieve arbeidsmarkt, maar nemen niet altijd concrete maatregelen of vinden hierin een rol weggelegd voor het overheidsbeleid. De gunstige economische situatie zorgt ook voor knelpunten. Naast het aantrekken van nieuw personeel, is het beheersen van de werkdruk een knelpunt waar werkgevers het meest mee worstelen (rond 60% van de werkgevers ervaart dit als knelpunten in het personeelsbeleid).

Enkele uitkomsten in de SCP-publicatie Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers editie 2:

  • Veel werkgevers vinden een inclusieve arbeidsmarkt en duurzame inzetbaarheid hun verantwoordelijkheid, maar nemen niet altijd maatregelen.
  • Naast aantrekken personeel, is het beheersen van de werkdruk het meest genoemde knelpunt in personeelsbeleid voor werkgevers.
  • Steeds meer werkgevers (81%) vindt het hun verantwoordelijkheid om de combinatie arbeid en privé te faciliteren, maar thuiswerken of deeltijdwerk is niet altijd mogelijk.
  • Twee derde van de werkgevers voelt zich (enigszins) verantwoordelijk om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. 11% is het van plan.
  • Het aandeel organisaties met werknemers die een cursus of opleiding volgen, blijft constant.
  • Werkgevers willen meer overheidsinvesteringen in scholing/training.
  • In beleid gericht op oudere werknemers nemen ontziemaatregelen, zoals het verlichten van taken of aanpassen van de werkuren, af.

Werkgevers zien balans werk en privé als hun verantwoordelijkheid
De meeste werkgevers vinden het hun verantwoordelijkheid om de combinatie arbeid en zorg te ondersteunen en dit aandeel neemt licht toe (van 77% naar 81% in de periode 2011-2017). Bijna de helft (45%) van de organisaties heeft thuiswerkers. Dit steeg in de periode 2003-2011 sterk, van 19% naar 45%, maar bleef daarna constant. Flexibel werken is niet in alle werksituaties mogelijk en verschilt tussen sectoren. In de sectoren overheid en zakelijke dienstverlening komt thuiswerken en zelf begin- en eindtijden bepalen het vaakst voor. Het hangt af van het functieniveau of deeltijdwerk mogelijk is. Bijna 40% van de werkgevers is niet positief over deeltijdwerk op alle functieniveaus. Het aandeel vrouwelijke leidinggevenden blijft achter. Gemiddeld is bijna de helft (47%) van het personeelsbestand vrouw, terwijl het aandeel vrouwelijke leidinggevenden ongeveer een derde is (31%).

Inclusieve arbeidsmarkt heeft geen hoge prioriteit
Mensen met een arbeidsbeperking in dienst nemen, heeft bij veel werkgevers nog geen hoge prioriteit. In 2015/’16 en 2017/’18 lag het aandeel werkgevers dat dit een (tamelijk) hoge prioriteit gaf rond de 14%. In de periode daarvoor was dit iets lager, ruim 9%. Twee derde van de werkgevers voelt zich (enigszins) verantwoordelijk om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Dat werkgevers zich verantwoordelijk voelen, wil nog niet zeggen dat ze ook plekken creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Het aandeel werkgevers dat denkt in de komende 2 jaar (meer) mensen uit deze doelgroep in dienst te nemen is beperkt: 11%. Deze percentages zijn vergelijkbaar met die uit 2015/’16.

Scholing constant
Het aandeel organisaties met werknemers die een cursus of opleiding volgen, blijft constant (tussen de 70% en 80%). Ruim de helft van de werkgevers zegt dat de kennis en vaardigheden die werknemers nodig hebben snel veranderen. Een klein deel (1 op de 6) vindt dat werknemers te weinig zijn toegerust voor de eisen die het werk aan hen stelt. Werkgevers kiezen ook voor andere vormen van leren, zoals taakroulatie. De vraag is wie verantwoordelijk is voor scholing van werknemers. Een vijfde van de werkgevers vindt dat werknemers werkgerelateerde opleidingen en cursussen zoveel mogelijk buiten werktijd moeten volgen. Veel werkgevers (60%) willen meer overheidsinvesteringen in scholing en training. Dit staat in de top drie van meest door werkgevers gewenste veranderingen in het overheidsbeleid.

Ouderen
De meeste werkgevers vinden dat 55-plussers even goed (of beter) functioneren als jongere werknemers. Wel vindt ruim een vijfde dat de productiviteit van 55-plussers lager ligt dan hun loonkosten rechtvaardigen. In het personeelsbeleid nemen ontlastende maatregelen (zoals minder uren werken) af, terwijl ontwikkelmaatregelen (zoals scholing) constant blijven. Ook zijn er steeds minder regelingen voor vervroegd uittreden.

Over het onderzoek
Deze tweede editie van “Arbeidsmarkt in kaart: werkgevers” besteedt aandacht aan de ontwikkelingen in het personeelsbeleid in de periode 2007/‘08 – 2017/‘18. De publicatie is gebaseerd op het Arbeidsvraagpanel, een onderzoek onder werkgevers. De publicatie is onderdeel van een langlopend onderzoek naar de arbeidsmarkt: de Arbeidsmarktpanels.

Bron: scp.nl 

Dit bericht is 1857 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail