Vrijwilligers- en burenhulp zijn geen blijvende oplossingen

Facebooktwitterlinkedinmail

mantelzorg, burenhulp

24 februari 2016 –Mensen met een beperking waarderen de hulp van buren en vrijwilligers. Maar een blijvende oplossing is het meestal niet, het is vaak tijdelijk. Dit blijkt uit 190 diepte-interviews die de afgelopen maanden zijn gehouden binnen het programma Aandacht voor iedereen (AVI).

In dit verdiepende onderzoek zijn cliënten, hun mantelzorgers en familieleden bevraagd over hun ervaringen met burenhulp, vrijwilligerswerk en mantelzorg. De meeste deelnemers (90%) geven aan dat zij voorheen ook al werden geholpen door hun mantelzorgers en/of door andere mensen in hun sociaal netwerk en dat zij niet meer worden geholpen dan een jaar geleden.

Vrijwel alle deelnemers zeggen dat de burenhulp die zij krijgen vaak incidenteel van aard is. Buren zijn bereid bij te springen bijvoorbeeld in het geval van ziekte. Maar meestal gaat het niet om blijvende hulp. Zoals deze vrouw met ADHD en PTSS zegt: “Toen ik met mijn arm in het gips zat heeft de buurman zelfs een keer de was voor me opgehangen. Dat was overmacht. Stofzuigen of afstoffen zou ik niet aan hem durven vragen.”

Vooral familie en mantelzorgers vinden het wenselijk dat burgers elkaar onderling meer hulp bieden en dat er een omslag nodig is naar meer ‘samenredzaamheid’. Maar zij verwachten dat dit niet spontaan ontstaat.

Kanttekeningen

Veel deelnemers melden dat er meer vrijwilligers actief zijn bij de zorgaanbieders van wie zij zorg ontvangen. Vrijwel alle deelnemers (ook degenen die er gebruik van maken) plaatsen kanttekeningen bij het inzetten van vrijwilligers. Ze vragen zich af of langdurige inzet van vrijwilligers wel mogelijk is. Ze willen dat er goed wordt gekeken voor welke cliënten de inzet van vrijwilligers een meerwaarde heeft en voor wie niet. Ze willen dat er goed wordt nagedacht over wat aan vrijwilligers mag en kan worden gevraagd.

Gesprek met gemeente

Bijna honderd deelnemers aan het onderzoek hebben inmiddels een gesprek gehad met de gemeente over zorg en ondersteuning. De kritiekpunten die deze mensen uiten, komen voor een flink deel overeen met die uit de eerder gehouden digitale raadpleging. Zo zeggen veel mensen dat de gemeente onvoldoende rekening houdt met de belasting van de mantelzorgers en dat er een (te) groot beroep wordt gedaan op hun sociaal netwerk. En bijna alle deelnemers vinden dat ze onvoldoende informatie kregen over de eigen bijdragen en over de mogelijkheden van onafhankelijke cliëntondersteuning en persoonsgebonden budget (PGB).

Onduidelijkheid over de zorg

Veel deelnemers die in de laatste maanden van 2015 nog onder het overgangsrecht vielen, wisten nog niet waar zij aan toe zouden zijn in 2016. In het onderzoek gaat het om ruim vijftig mensen. Zij hebben nog geen uitnodiging voor het gesprek met de gemeente ontvangen of nog geen verslag van het gesprek of geen besluit gehad. Het zou goed zijn als gemeenten de gespreksvoering snel verbeteren, zodat deze ‘achterblijvers’ uiteindelijk tenminste goed geholpen worden.

AVI

Het verdiepende onderzoek heeft plaatsgevonden in twaalf gemeenten en is onderdeel van het programma Aandacht voor iedereen (AVI). Het programma wordt gefinancierd door het ministerie van VWS.

De bij het programma betrokken landelijke organisaties zijn: Ieder(in), Koepel Wmo-raden, LP GGz, Mezzo, Oogvereniging, ouderenorganisaties PCOB, Unie KBO, NOOM, NVOG, patiëntenfederatie NPCF, Per Saldo en Zorgbelang Nederland. Zie ook www.aandachtvooriedereen.nl

Meer informatie

Rapport verdiepend onderzoek AVI (pdf)

Bron: platformggz.nl 

 

Dit bericht is 2383 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail