Beantwoording Kamervragen over delen ROM gegevens door Parnassia Groep

Facebooktwitterlinkedinmail

18 april 2018 –  Staatssecretaris Blokhuis (VWS) beantwoordt vragen van het Kamerlid Kooiman (SP) over het bericht dat Parnassia Groep gegevens over het verloop van behandelingen deelt met Stichting Benchmark GGZ.

Vraag 1
Bent u bekend met het bericht in Trouw (d.d. 27 februari) dat ggz instelling Parnassia Groep ROM-gegevens (Routine Outcome Monitoring) deelt met Stichting Benchmark GGZ (SBG), zonder hier expliciete toestemming voor te vragen aan de patiënt? 1)

Antwoord op vraag 1 Ja.

Vraag 2
Wat vindt u er van dat Parnassia Groep zonder expliciete toestemming van de patiënt en zonder dat hier een wettelijke grondslag voor is, ROM-gegevens deelt met SBG?

Antwoord op vraag 2
Waar het om gaat is of ROM-gegevens persoonsgegevens zijn die vallen onder de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). De voorzieningenrechter heeft in het vonnis in kort geding van 2 augustus 2017 (2) bepaald dat niet voldoende aannemelijk is geworden dat sprake is van persoonsgegevens in de zin van de Wbp. Er is nog geen uitspraak van een rechter in een bodemprocedure of een oordeel van de Autoriteit Persoonsgegevens (AP). Op dit moment doet de AP onderzoek naar de vraag of er sprake is van persoonsgegevens in de zin van de Wbp.
Op dit moment is dus niet met zekerheid te zeggen óf ROM-gegevens persoonsgegevens zijn die vallen onder de Wbp. Daarom heeft mijn ambtsvoorganger geadviseerd om in de periode tot de uitspraak van de AP voor de zekerheid met expliciete toestemming van de patiënt te werken. Deze lijn zet ik voort.

3
Hoe verhoudt het handelen van Parnassia Groep zich tot uw uitspraak in het algemeen overleg d.d. 29 november 2017 dat het uitgangspunt is dat gegevens die nu geleverd worden aan de SBG langs de meetlat van toestemming gelegd zijn? 3)

4
Ziet u ook in dat er meer actie nodig is om patiënten te beschermen tegen het delen van persoonlijke ROM-gegevens zonder wettelijke basis?

Antwoord op vraag 3 en 4
Ik heb geadviseerd om voor de zekerheid met expliciete toestemming te werken. Het oordeel van de AP bepaalt of er sprake is van persoonsgegevens in de zin van de Wbp. Patiënten van de Parnassia Groep worden geïnformeerd en kunnen ervoor kiezen om niet deel te nemen (zie ook mijn antwoord op vraag 9).
Op dit moment zie ik geen noodzaak tot meer actie.

5
Hoe gaat u Parnassia Groep tot de orde roepen? Kunt u dit toelichten?

Antwoord op vraag 5
Het is niet aan mij om Parnassia tot de orde te roepen. De AP is toezichthouder op dit terrein.

6
Is u bekend welke reden Parnassia Groep ertoe beweegt om ROM-gegevens te blijven delen met SBG, zonder hiervoor expliciete toestemming te vragen van de patiënt? Zo ja, kunt u reageren op deze motieven? Zo nee, kunt u hierover navraag doen bij Parnassia Groep?

Antwoord op vraag 6
Ik heb navraag gedaan bij Parnassia Groep. Parnassia Groep probeert o.a. door ROM haar zorg voor patiënten met een psychische stoornis te verbeteren. Voor de huidige patiënten is het een belangrijk middel om de eigen resultaten van de behandeling inzichtelijk te maken. Voor toekomstige patiënten is het van groot belang dat inzicht geboden wordt in welke behandelingen het beste resultaat hebben. Dit laatste kan door te meten en te vergelijken; zowel groepen patiënten als afdelingen onderling (er worden nooit individuele gegevens vergeleken). Parnassia Groep heeft aangegeven dat zij geen expliciete toestemming vraagt aan patiënten, specifiek voor ROM, omdat het leidt tot een toename van administratieve lasten. In het geval van ROM is er een goede voorlichting voor de patiënt beschikbaar (zie ook mijn antwoord op vraag 9).

7
Is u bekend hoeveel andere ggz instellingen nog steeds ROM-gegevens zonder expliciete toestemming van de patiënt delen met SBG? Zo nee, kunt u dit onderzoeken? Gaat u al deze instellingen hier op aanspreken?

Antwoord op vraag 7
Er zijn mij geen andere signalen bekend. Ik zie vooralsnog geen aanleiding om dit onderzoeken. Overigens houdt de AP toezicht op de naleving van de privacywetgeving.

8
Bent u het ermee eens dat Parnassia Groep voldoende aanleiding vormt voor een onderzoek naar of en hoe vaak het voorkomt dat zorgaanbieders gekort worden door zorgverzekeraars bij het niet nakomen van hun verplichting voor de aanlevering van ROM-gegevens?

Antwoord op vraag 8
Het klopt niet dat zorginstellingen gekort worden bij het niet voldoende aanleveren van ROM-gegevens. De gegevens van de Parnassia Groep worden momenteel niet gedeeld met derden, ook niet met zorgverzekeraars.

9
Bent u het ermee eens dat Parnassia Groep aantoont dat het niet meer voldoende is om de verantwoordelijkheid van goede voorlichting aan de patiënt inzake ROM bij de professional te leggen, zoals uw voorganger, minister Schippers, betoogde?

Zo ja, bent u bereid over te gaan tot actievere controle? Zo nee, hoe kunt u garanderen dat de patiënt goed wordt voorgelicht? 4)

Antwoord op vraag 9
De verantwoordelijkheid van een goede voorlichting aan de patiënt inzake ROM ligt bij de professional. Parnassia Groep heeft mij laten weten dat zij het als haar verantwoordelijkheid ziet om haar patiënten goed te informeren over ROM. Zij doet dit als volgt.
Patiënten ontvangen een brief met uitleg over de ROM. Voorts is er informatie beschikbaar op de website van Parnassia Groep. Daarnaast bespreekt de behandelaar de werkwijze en het doel van de ROM met zijn patiënten. Hierbij staat het iedere patiënt vrij om niet deel te nemen aan ROM.

10
Wanneer verwacht u de uitspraak van Autoriteit Persoonsgegevens (AP) over de vraag of de aanlevering van ROM-gegevens aan de privacy wetgeving voldoet?

Antwoord op vraag 10
Ik heb contact opgenomen met de AP. Het is nog niet duidelijk wanneer de AP uitspraak zal doen.

1) https://www.trouw.nl/home/ggz-instelling-deelt-zonder-toestemming- gegevens-met-omstreden-databank~a52c13f2/

2) Vonnis in kort geding van 2 augustus 2017 van de Rechtbank Midden- Nederland, zaaknummer: C/16/440836/KG ZA17-439.

3) https://www.tweedekamer.nl/debat_en_vergadering/commissievergaderingen/det ails?id=2017A00647

4) Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017-2018, nr. 218

Bron: rijksoverheid.nl

Dit bericht is 8105 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail