Zorginstituut; GGZ-patient met permanent toezicht of 24 uur zorg naar Wlz

Facebooktwitterlinkedinmail

wlz, langdurig

9 december 2015 – De Tweede Kamer heeft een motie aangenomen dat er geen onderscheid mag worden gemaakt tussen de langdurige GGZ en de overige langdurige zorg. Naar aanleiding van die motie heeft de staatssecretaris het Zorginstituut advies gevraagd welke groepen met psychische problemen toegang zouden moeten hebben tot de Wlz.

Mensen met psychische problemen hebben op dit moment geen toegang tot de Wlz, behalve een beperkte groep die langer dan drie jaar intramurale behandeling nodig heeft. Tot drie jaar komt intramurale behandeling ten laste van de Zvw.

Voor de zorg en ondersteuning voor de overige mensen met een psychisch probleem is de gemeente verantwoordelijk. De ambulante behandeling komt ten laste van de Zvw. Het gaat zowel om mensen die thuis wonen als om degenen die gebruik maken van beschermd wonen.

De groep die blijvend is aangewezen op permanent toezicht of 24 uur zorg nabij krijgen toegang tot de Wlz. De groep die daar langdurig, maar niet blijvend op is aangewezen niet. Deze lijn geldt ook voor verzekerden die vanwege de behandeling verblijven in een instelling.

Drie groepen
Uit het onderzoek dat het Zorginstituut heeft laten uitvoeren door Bureau HHM komen drie groepen naar voren. De eerste twee groepen verblijven nu veelal in een instelling voor Beschermd Wonen. De derde groep verblijft in een psychiatrisch ziekenhuis;

  • de groep waarvan vaststaat dat zij blijvend zijn aangewezen op permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid;
  • de groep die langdurig is aangewezen op permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid, maar waarvan niet vaststaat dat het perspectief op zelfredzaamheid en participatie is uitgesloten;
  • De derde groep moet vanwege het welslagen van de behandeling in de instelling verblijven. De eerste drie jaar komen ten laste van de Zvw, daarna komt de zorg ten laste van de Wlz (voortgezet verblijf). met behandeling tlv de Zvw heeft gehad.

De criteria voor toegang tot de Wlz zijn dat de verzekerden blijvend moet zijn aangewezen op permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid. Cruciaal is hier het woord ‘blijvend’.

De eerste groep voldoet aan de toegangscriteria voor de Wlz, behalve dat de grondslag psychiatrie nog niet in de wet is opgenomen. Alle partijen zijn het eens met het voorgenomen advies die groep toegang te bieden tot de Wlz.

Ook het voorgenomen advies over voortgezet verblijf (de derde groep) vindt breed draagvlak. Dat behelst dat die groep langs dezelfde lijn als de rest moet worden gemeten: als vaststaat dat zij blijvend zijn aangewezen op permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid,voldoen ze aan de toegangscriteria van de Wlz. Tot die tijd komt hun zorg ten laste van de Wlz. De implementatie van dit deel van het advies duurt echter wat langer dan die van het advies over de eerste groep.

De discussie gaat vooral over de tweede groep: het gaat om mensen die al langdurig behandeld zijn, en waarbij op afzienbare tijd niet verwacht wordt dat hun problematiek zodanig verbetert dat enige vorm van zelfredzaamheid en participatie mogelijk is. Maar op termijn is dat niet uitgesloten, zodat de blijvendheid van die zorgvraag niet vast staat.
Met name de GGZ-partijen willen dat die groep tijdelijk (bijvoorbeeld drie jaar) toegang krijgt tot de Wlz, en dat na die drie jaar herbeoordeling plaatsvindt. Het belangrijkste argument is dat deze groep vaak behoefte heeft aan rust en stabiliteit en dat de Wmo gericht is op herstel en verbetering.

Bij de experts die zijn geraadpleegd waren er die het daar mee eens waren, maar andere experts vonden de Wlz juist niet passend, omdat dat als een eindstation wordt gezien. Daarmee wordt deze groep (volgens deze experts) de kans onthouden op langere termijn toch naar zelfredzaamheid en participatie te groeien.
Het Zorginstituut constateert dat de discussie sterk wordt beïnvloed door het al dan niet aanwezige vertrouwen in de gemeente als uitvoerder van de Wlz.

Overwegingen
Het Zorginstituut heeft overwogen dat het gelijkheidsbeginsel wel moet leiden tot het verlenen van toegang voor de groep die blijvend is aangewezen op permanent toezicht of 24 uur zorg in de nabijheid. Tegelijkertijd houdt het gelijkheidsbeginsel in dat de groep die weliswaar langdurig, maar niet blijvend op die zorg is aangewezen gelijk moet worden behandeld als degenen met een andere grondslag. Er moeten heel sterke argumenten zijn om een uitzondering te maken voor mensen met een psychiatrisch probleem.
Die argumenten zijn er volgens het Zorginstuut niet. Beschermd wonen en de Wmo zijn niet specifiek gericht op kortdurende problemen, maar ook op langdurige. De domeinafbakening is niet een zorginhoudelijke afbakening, maar het gaat vooral om de bekostiging. Er is geen reden te veronderstelling dat gemeenten geen passende zorg zouden kunnen inkopen voor de groep waarvoor rust en stabiliteit zijn vereist.

Download  hier het advies. (Pdf)

Bron: zorginstuut.nl 

 

 

Dit bericht is 4635 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail