Tien tips; wat kun je doen voor iemand met een psychose (en wat liever niet)

Facebooktwitterlinkedinmail

10 december 2015 – Anne Marsman is redacteur bij PsychoseNet. Aan de hand van een persoonlijk ervaring met het hulp bieden aan iemand met een psychose  beschrijft zij een aantal tips voor het omgaan met iemand in een psychotische crisis.

1. Wees eerlijk en open over al je stappen
Mensen met een psychose kunnen veel achterdocht en wantrouwen ervaren. Wees zo eerlijk mogelijk, vertel met wie je contact hebt opgenomen en wat je hebt gezegd (bijvoorbeeld: ‘Ik heb net met je psychiater gesproken omdat ik me zorgen om je maak’). Vertel wat je gaat doen en waarom.

2. Wijs een contactpersoon aan voor familie/vrienden
Breng belangrijke naasten op de hoogte en wijs een contactpersoon voor hen aan (jijzelf?). Laat ze diegene contacten en niet de persoon zelf, tenzij die wens er duidelijk wel is. Is het de eerste keer dat hun dierbare een psychose ervaart? Verwijs ze naar PsychoseNet voor informatie.

3. Maak gebruik van het noodplan
Indien aanwezig: pak het noodplan of de crisiskaart van de persoon erbij en bespreek dit samen. In dit document staat precies beschreven hoe er gehandeld moet worden, wat iemands wensen zijn met betrekking tot eventuele opname of medicatie en andere belangrijke informatie.
Heeft iemand nog geen noodplan/crisiskaart maar heeft zich wel al vaker een crisis voorgedaan? Probeer deze dan in de toekomst samen te stellen, eventueel samen met de persoon, zijn of haar behandelaar en belangrijke naasten.

4. Als er kinderen zijn: leg het kind uit dat mama/papa in de war is en hulp nodig heeft
Geef het kind de ruimte om te praten over wat het heeft gezien/gehoord/opgemerkt en vertel hem of haar dat je mama/papa niet in de steek zult laten en voor hulp gaat zorgen. Zorg voor opvang van het kind en vertel aan mama/papa dat er voor het kind gezorgd wordt.

5. Creëer zo veel mogelijk rust
De persoon in crisis ervaart vaak erg veel angst en heeft moeite anderen te vertrouwen. Probeer zelf zoveel mogelijk rust en veiligheid uit te stralen, zowel verbaal als non-verbaal. Ga niet onnodig naar drukke plekken waar veel mensen zijn of waar het erg lawaaierig is. Probeer externe prikkels zoveel mogelijk te reduceren, bijvoorbeeld door televisie en radio uit te zetten.

6. Neem de leiding en wees duidelijk
Leg iemand niet onnodig veel vragen/keuzes voor (‘Wil je koffie of thee of iets anders? Zullen we hier heen of daar heen of…?’).  Iemand met een psychose ervaart vaak veel verwarring en innerlijke onrust, communiceer daarom duidelijk en ondubbelzinnig.

7. Biedt ruimte om te praten en te ventileren
Laat diegene in een psychose zijn of haar verhaal doen; stel niet te veel vragen maar luister vooral. Ga wandelen als dat prettig wordt gevonden, liefst in een natuurlijke omgeving. Besef dat eventuele wanen en hallucinaties voor de persoon op dat moment waarheid zijn. Veroordeel niet en probeer iemand niet te overtuigen van jouw gelijk; geef wel aan dat jij de wereld anders ervaart.

8. Geef iemand ook fysiek de ruimte
Voorkom dat iemand zich op- of ingesloten voelt en zorg dat er altijd een fysieke uitweg is. Geef iemand (bewegings-)ruimte, het kan bijvoorbeeld helpend zijn voor iemand om te gaan wandelen.

9. Ga niet in discussie en neem waar nodig afstand 
Iemand kan in een psychose de meest kwetsende en shockerende dingen roepen, neem dit niet persoonlijk en ga daar (zeker niet op het moment zelf) inhoudelijk op in of over in discussie. Neem op het moment dat iemand herhaaldelijk negatief op jou reageert (bijvoorbeeld met agressie of waanideeën) actief afstand. Dit betekent niet dat je hem of haar in de steek laat, maar dat je rust creëert.

10. Motiveer de persoon om vrijwillig professionele hulp te zoeken
Probeer te voorkomen dat de situatie dusdanig escaleert dat 112 gebeld moet worden. Motiveer de persoon om vrijwillig naar een arts/crisisdienst te gaan en benadruk dat je hiermee juist wilt voorkomen dat de situatie escaleert en er dwang moet worden toegepast. In alle gevallen geldt: bij direct gevaar voor jou of de persoon zelf ALTIJD hulp inschakelen. Als een crisisdienst of 112 wordt benaderd, laat hen (indien mogelijk) niet zo maar binnenvallen. Probeer de persoon er op voor te bereiden dat ze komen; overval hem of haar niet onnodig.

(11. Zorg ook voor jezelf!)
Om er écht voor een ander te kunnen zijn, moet je ook voor jezelf zorgen. Van dichtbij een psychose meemaken (zeker als het om een dierbare gaat) is ook voor jou een heftige ervaring. Doe wat je moet doen om zelf overeind te blijven, ook als dit op enig moment even afstand nemen is van je dierbare (communiceer daar dan wel over!).
Ook jij mag bang, boos, verdrietig, machteloos en moe zijn. Je mag het zelf soms ook even niet meer weten. Ook jij mag om hulp en/of steun vragen, voor jou. Voor jezelf zorgen is óók voor de ander zorgen. Juist.

‘Anne, help! Het gaat mis, je moet nu komen!’ sms’te Audrey. Het was 06.10 uur, ik was net wakker. Lees het verhaal hier.

Bron: psychosenet.nl 

Dit bericht is 89105 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail