Onvoldoende hulp aan mensen met langdurige psychische problematiek

Facebooktwitterlinkedinmail

28 juni 2019 –Gemeenten geven vaak nog onvoldoende hulp aan mensen met langdurige, psychische problematiek. Dat stellen MIND en MIND Ypsilon in brieven aan de Tweede Kamer die deze week over de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) vergadert.

Gemeenten zouden vaker een langdurige indicatie moeten geven voor beschermd wonen of begeleiding, zodat mensen niet telkens opnieuw beoordeeld hoeven worden. Daarnaast pleit MIND voor meer en betere cliëntondersteuning die toegespitst is op mensen met psychische problemen. Ook zou er meer aandacht en geld moeten komen voor ondersteuning op het gebied van zingeving en levensvragen.

Per 2021 krijgt een kleine groep ggz-cliënten hulp uit de Wet Langdurige Zorg, maar het merendeel zal afhankelijk blijven van de Wmo die door gemeenten wordt uitgevoerd.

Cliëntondersteuning

MIND ziet een aantal belangrijke tekortkomingen in de cliëntondersteuning voor mensen met psychische problemen. De beschikbare cliëntondersteuning is vaak onvoldoende toegesneden op de doelgroep. Dat geldt zowel qua werkwijze (te weinig laagdrempelig en outreachend zodat mensen niet bereikt worden) als qua inhoud (onvoldoende kennis van en gevoel voor psychiatrische problematiek, te eenzijdig gericht op zorg en ondersteuning). Een andere tekortkoming is dat er vrijwel geen cliëntondersteuning is voor mensen die (langdurig) zorg vanuit de zorgverzekeringswet ontvangen. Een voorbeeld is het gebrek aan cliëntondersteuning voor mensen die na een klinische opname weer naar huis gaan. Ten slotte is er onvoldoende deskundige (cliënt)ondersteuning beschikbaar voor familie en naasten. Tegenover deze tekortkomingen staat een groeiende behoefte aan onafhankelijke cliëntondersteuning door ontwikkelingen als doordecentralisatie beschermd wonen, verdere ambulantisering, toegang Ggz tot de Wlz, de Wet Verplichte Ggz.

Kan de minister aangeven of en zo ja, hoe cliënten en naasten in de Ggz zullen profiteren van de extra middelen voor cliëntondersteuning. Is de minister bereid om een apart bedrag voor cliëntondersteuning toe te voegen aan de Meerjarenagenda Beschermd Wonen en Maatschappelijke opvang?

Indicaties voor beschermd wonen en individuele begeleiding

In het advies ‘Beschermd thuis’ van de commissie Dannenberg is als voorwaarde gesteld dat gemeentenlangdurige zorg- en ondersteuningstrajecten realiseren voor mensen met ernstige psychiatrische problematiek. In de praktijk zien we bij gemeenten vaak een focus op kortdurende trajecten, terwijl deze cliënten juist gebaat zijn bij vertrouwde hulpverleners met wie ze een langdurige verbinding kunnen aangaan. Zeer recent heeft MIND een aantal signalen verzameld over de duur van indicaties die (centrum)gemeenten afgeven. De resultaten hiervan zijn ook gedeeld met het ministerie. Er blijken grote verschillen tussen gemeenten te bestaan. Zeer zorgelijk is dat een aantal gemeenten standaard indicaties afgeeft voor een korte termijn, bijvoorbeeld indicaties beschermd wonen voor een half jaar waar enkele jaren geleden indicaties voor twee of drie jaar gebruikelijk waren. Bij maatwerk zou men verwachten dat gemeenten veel meer variëren in de duur van indicaties en ook indicaties voor langere termijn afgeven. Het effect op cliënten met een langdurige hulpvraag is ontmoedigend. Zij moeten telkens opnieuw een indicatieprocedure doorlopen met alle spanningen die daarbij komen kijken. Bovendien zijn er grote risico’svan discontinuïteit van zorg.

Wat is het oordeel van de minister over de uitvoering van de Wmo door gemeenten voor burgers met een zware, langdurige hulpvraag? Erkent hij dat een deel van de gemeenten hierin tekortschiet? Is de minister bereid om te monitoren welk beleid gemeenten voeren ten aanzien van de duur van indicaties voor beschermd wonen en individuele begeleiding? Is de minister bereid om op te treden tegen gemeenten die geen maatwerk leveren, maar standaard kortdurende indicaties afgeven?

Samenhang Wmo-Wlz

Met de toegang tot de Wlz voor de ggz-doelgroep ontstaan nieuwe scheidslijnen. Ongetwijfeld zullen er ook in de nieuwe situatie mensen zijn die tussen wal en schip dreigen te vallen. En tot 2021 is er een groep cliënten die geen passende zorg krijgt omdat ze nog geen toegang tot de Wlz heeft. Dit leidt tot schrijnende gevallen. MIND pleit in aanloop naar 2021 en daarna voor een structurele samenwerking tussen gemeenten en CIZ. Het is belangrijk dat zij hun indicatietrajecten op elkaar afstemmen. Mensen die niet in aanmerking komen voor de Wlz moeten automatisch kunnen rekenen op passende zorg vanuit de Wmo, en andersom. Daarnaast is MIND van mening dat er altijd zorgvormen nodig zijn die enerzijds langdurige bescherming bieden en anderzijds cliënten ondersteunen bij autonomie en participatie. Die zorgvormen lijken nu noch in het Wmo-profiel noch in het Wlz-profiel te passen.

Wil de minister erop toezien dat CIZ en gemeenten hun indicatiestellingen zodanig afstemmen of combineren dat de cliënt in alle gevallen zeker kan zijn van een passende oplossing en dat eenduidig helder is wie daar verantwoordelijk voor is? Wil de minister onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor tussenvormen van zorg en ondersteuning vanuit de Wmo en Wlz.

Geestelijke verzorging / levensbegeleiding

Het is goed dat de minister meer wil investeren in geestelijke verzorging en levensbegeleiding. Uit de beantwoording van schriftelijke Kamervragen blijkt dat de extra investering in eerste instantie alleen bedoeld is voor ouderen. Op termijn zouden ook andere doelgroepen daarvan kunnen profiteren. Wanneer precies en hoe wordt niet duidelijk.
Onder mensen met (ernstige) psychische problemen bestaat een grote behoefte aan zingeving. In de reguliere zorg missen zij aandacht voor levensvraagstukken als het omgaan met rouw en verlies. Juist begeleiding en ondersteuning op dit punt helpt om het leven weer op te pakken. De inbreng van ervaringsdeskundigen die hebben leren omgaan met hun psychische beperking kan daarbij van grote betekenis zijn. MIND ziet het tekort aan aandacht voor zingevingsvraagstukken in de psychiatrie als een groot manco.

Is de minister bereid om op korte termijn te investeren in levensbegeleiding en ondersteuning bij zingevingsvraagstukken voor mensen met psychiatrische problematiek? Is hij ook bereid om met MIND in gesprek te gaan over een passende invulling hiervan

Lees hier de brief van MIND Ypsilon

Bron: mindplatform.nl

Dit bericht is 5189 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail