Patiënt met anorexia in het ziekenhuis: 9 tips voor een goede bejegening

Facebooktwitterlinkedinmail

18 januari 2018 – Patiënten met anorexia nervosa hebben extreme angst voor eten, waardoor ze moeite hebben met afspraken over eten of bewegen. Dat maakt het vaak moeilijk en frustrerend om deze patiënten te verplegen.

Eind november verscheen een nieuwe zorgstandaard eetstoornissen. Deze is bedoeld voor alle zorgprofessionals die te maken krijgen met patiënten met anorexia of boulimia nervosa, Binge Eating Disorder (BED) en avoidant/restrictive food intake disorder (ARFID). Nu gebeurt dat als algemeen verpleegkundige waarschijnlijk niet heel vaak, daarom noteerde Nursing samen met twee deskundigen* een aantal tips.

Tip 1 Wees geduldig!
Patiënten met anorexia nervosa houden van controle en regie over hun eet- en bewegingspatroon. In het ziekenhuis handel je vaak snel en neem je deze controle van ze weg. De patiënt kan hierdoor bang worden of in paniek raken.

Tip 2 Wees tijdens het eten een dwingende steunpilaar
Moedig de patiënt aan om te eten, op een directe en duidelijke manier. Maar zorg ook dat je empathie en begrip toont voor de angst en de moeite.

Tip 3 Let op het geven van complimenten bij hapjes die wel lukken
Bij sommige patiënten werken complimenten heel goed en kun je hier gul mee zijn. Bij andere werkt dit juist averechts, bijvoorbeeld door schaamte.

Tip 4 Word niet boos
De patiënt weigert geen eten uit onwil, maar uit angst. Bestraffend toespreken maakt die angst erger en zorgt voor een schuldgevoel.

Tip 5 Neem liegen, bedriegen of manipuleren niet persoonlijk op
Dit komt meestal voort uit angst.

Tip 6 Probeer creatief mee te denken met de patiënt, maar houd je aan de afspraken.
Geef grenzen aan waar bínnen een patiënt kan kiezen. Hierdoor krijgt de patiënt het gevoel ergens regie over te hebben.

Nieuwe zorgstandaard voor eetstoornissen
De nieuwe zorgstandaard is voor alle zorgprofessionals en gaat over patiënten met anorexia, boulimia nervosa, BED en ARFID.
Lees meer >>


Tip 7 Als de patiënt de sonde eruit trekt: praat hier rustig over

Probeer de patiënt over te halen om de sonde te laten zitten.

Tip 8 Geef alleen dwangvoeding bij acuut levensgevaar
Als er acuut gevaar is én de patiënt is wilsonbekwaam kun je fixeren, dwangmedicatie of dwangvoeding overwegen. Dit is alleen het geval bij een levensbedreigende toestand. Betrek hierbij de psychiater en de consultatief psychiatrisch verpleegkundige/verpleegkundig specialist. Voor zowel de patiënt als de familie is dit een ingrijpende ervaring. Leg iedereen daarom goed uit wat er gaat gebeuren en waarom. Ook voor jou als hulpverlener is dit ingrijpend. Bespreek dit daarom multidisciplinair en evalueer ook je eigen beleving (moreel beraad).

Tip 9  Ondersteun de patiënt bij het geven van dwangvoeding
De houding die je aanneemt tijdens dwangvoeding bepaalt de beleving van de patiënt. Veel patiënten ervaren dwangvoeding als traumatisch. Vertel duidelijk en rustig welke handelingen je uitvoert, houdt het luchtig. Luister achteraf naar het verhaal van de patiënt zonder te oordelen, een oplossing te geven of het verhaal te weerleggen. Luister en toon begrip.

*Corine de Goede in samenwerking met Marieke van Piere, verpleegkundig specialist GGZ en voorzitter V&VN Consultatieve Psychiatrie, en Tamara Berends, verpleegkundig specialist GGZ en lid van de werkgroep zorgstandaard eetstoornissen.

Bron: nursing.nl

Dit bericht is 8563 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail