Mind: snelle toegang tot Wlz voor GGZ-clienten nog steeds niet geregeld

Facebooktwitterlinkedinmail

23 maart 2018 – Op 28 maart a.s. vergadert de Tweede Kamercommissie VWS over de Wet langdurende zorg (Wlz). MIND vraagt aandacht voor een snelle toegang tot de Wlz voor ggz-cliënten en voor een betere borging van cliëntbelangen bij behandeling in de Wlz.

Toegang doelgroep ggz tot de Wlz
Al meer dan vier jaar geleden heeft de Kamer de motie Bergkamp-Keijzer aangenomen om de toegang van ggz-cliënten in de Wlz te regelen. Pas het nieuwe kabinet heeft deze opdracht serieus opgepakt. Het jarenlange uitstel van deze beslissing heeft bij een deel van onze achterban voor veel leed en onzekerheid gezorgd. Wij krijgen regelmatig signalen van cliënten van wie de toestand verslechtert, omdat zij buiten de Wlz vallen en daardoor niet de juiste zorg krijgen. De druk op de naaste omgeving van deze cliënten is vaak gigantisch. Naar schatting gaat het om tussen 6.000 en 11.000 cliënten die nu ten onrechte geen aanspraak kunnen maken op zorg vanuit de Wlz.
MIND vindt het onverteerbaar als deze situatie nog langer voortduurt en als juist de kwetsbaarste groep ggz-cliënten niet de zorg krijgt die ze nodig heeft.

Staatssecretaris Paul Blokhuis heeft in het AO op 14 december jl. toegezegd te streven naar toegang van ggz-patiënten tot de Wlz per medio 2019. Tevens heeft de heer Blokhuis aangegeven om begin 2018 een nadere planning op te stellen om de toegang tot de WLZ mogelijk te maken voor ggz-patiënten. Wij wijzen erop dat in 2020 het overgangsrecht voor de laatste groep cliënten beschermd wonen in de Wmo afloopt.

Zoals gezegd is er een groep ggz-cliënten waarvan nu al buiten kijf staat dat hun zorgvraag geheel past binnen het Wlz-kader. Het gaat vooral om mensen die naast een psychiatrische aandoening ook een verstandelijke beperking hebben die niet voor het 18e levensjaar is vastgesteld; of om mensen die ernstige cognitieve beperkingen hebben als gevolg van langdurig medicatie- of middelengebruik. Uit casuïstiek die in het kader van de aanpak wachttijden wordt verzameld, blijkt dat betrokken hulpverleners en familieleden soms met hun handen in het haar zitten, omdat deze cliënten niet passen binnen de indicatieregels van het CIZ en dus geen toegang hebben tot de juiste zorg.
MIND wil dat de staatssecretaris extra maatregelen neemt om passende zorg te bieden aan mensen die tussen wal en schip vallen, zolang de toegang van ggz-cliënten tot de Wlz niet geregeld is. Een middel hiervoor kan zijn het instellen van een doorzettingsmacht, een mogelijkheid die ook in het regeerakkoord genoemd is.

Lees hier de hele brief

Bron: mindplatform.nl

Dit bericht is 3085 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail