Meer patiënten naar poh ggz, zorgvraag gespecialiseerde ggz complexer

Facebooktwitterlinkedinmail

3 juni 2017 – Het merendeel (79%) van de patiënten die zorg kregen van de praktijkondersteuner (poh) ggz van de huisarts heeft in het jaar ervoor geen geestelijke gezondheidszorg gekregen. Mensen komen minder vaak meteen bij de gespecialiseerde ggz terecht. Ze ontvangen eerst lichtere vormen van zorg. Dat blijkt uit de marktscan ggz van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa). Ruim 427.000 mensen hebben in 2015 tenminste één consult gehad bij de poh ggz. Dat is een stijging van 16% ten opzichte van 2014.

In de basis-ggz kregen 281.000 mensen een behandeling en rond de 710.000 mensen ontvingen gespecialiseerde ggz. Dat is een daling van 18%. Naar schatting kostte de ggz in 2015 € 4,1 miljard. Dat is een daling van € 1,4 miljard ten opzichte van een jaar eerder. Deze daling komt vooral door de overheveling van beschermd wonen en ambulante begeleiding naar de Wmo en door de overheveling van de jeugd-ggz naar de Jeugdwet.

De Zorgautoriteit ziet minder kortdurende behandelingen in de gespecialiseerde ggz. De behandeling die patiënten in een instelling krijgen is intensiever geworden, de zwaarte van een verblijfsdag en het percentage patiënten dat wordt opgenomen in een kliniek is gestegen. De gemiddelde kosten per patiënt zijn in de gespecialiseerde ggz met 14% toegenomen. De NZa constateert dat patiënten minder vaak meteen bij de gespecialiseerde ggz terecht komen, maar eerste lichtere vormen van zorg ontvangen.  Tegelijkertijd wordt de zorgvraag van patiënten in de gespecialiseerde ggz ingewikkelder. De achtergrond van de invoering van de basis ggz in 2014 was ook dat patiënten met minder complexe klachten lichtere vormen van zorg krijgen terwijl de intensieve zorg beschikbaar blijft voor mensen met complexe klachten.

Wachttijden
De aanmeldwachttijden voor de gespecialiseerde ggz zijn in 2016 verder opgelopen. Vooral bij vrijgevestigden is de gemiddelde wachttijd veel hoger dan de norm. Nog steeds wachtten mensen met autisme of persoonlijkheidsstoornis gemiddeld het langst op een intakegesprek. De wachttijd vanaf de intake tot de behandeling is meestal korter dan de norm. In de provincies Limburg, Drenthe en Utrecht zijn gemiddeld de langste wachttijden. De wachttijden zijn het kortste in Zeeland en Groningen. De oorzaken voor de wachttijden zijn divers. De Nza heeft een actieplan opgesteld om de wachttijden samen met zorgverzekeraars en zorgaanbieders aan te pakken.

Bron: NZa.nl

Dit bericht is 5430 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail