Hooggevoeligheid: een hype of een serieus onderwerp?

Facebooktwitterlinkedinmail

11 december 2018 – Hooggevoeligheid is een populair onderwerp, maar wat is het precies en waarom wordt deze term opeens zo veel gebruikt? Wie op Google op de term ‘hooggevoeligheid’ zoekt, krijgt een flink aantal pagina’s met resultaten voor de kiezen. Tips over hoe ermee om te gaan, verhalen van mensen die zichzelf als hooggevoelig omschrijven en websites van coaches die kunnen helpen ermee om te gaan, zo lezen we op NU.nl.

Sinds zo’n twintig jaar houdt het onderwerp veel mensen bezig, toen publiceerde het Amerikaanse psychologenkoppel Elaine en Arthur Aron het eerste wetenschappelijke artikel over het onderwerp. De Arons noemden mensen die hooggevoelig zijn Highly Sensitive Persons (HSP). Die term wordt ook in Nederland volop gebruikt.

HSP’s hebben scherpere zintuigen en het verwerken van informatie en prikkels in de hersenen verloopt intensiever. Alles wat ze zien, voelen, horen, ruiken en proeven komt sterker bij hen binnen. Daardoor kunnen ze overweldigd of gestresst raken. Ook reageren ze heftiger op fysieke veranderingen als pijn en spanning. Anderzijds zijn HSP’s beter in staat om anderen te begrijpen, zich in te leven in sociale situaties, en genieten ze intenser van mooie dingen.

“ De positieve dimensies van hooggevoeligheid worden sterk onderbelicht”
Véronique de Gucht

Maar voor die positieve kanten is nog te weinig aandacht in de onderzoeken naar hooggevoeligheid, vindt gezondheidspsycholoog Véronique de Gucht. “De Arons hebben jaren geleden een vragenlijst opgesteld die nog altijd veel gebruikt wordt om te ontdekken of iemand hooggevoelig is. Maar er wordt veel naar de negatieve aspecten gevraagd, bijvoorbeeld naar de mate waarin je last hebt van drukte en gevoelig bent voor stress en prikkels.”

Daarom besloot De Gucht, die verbonden is aan Universiteit Leiden, zelf onderzoek te gaan doen naar het hooggevoeligheid. “De positieve dimensies van hooggevoeligheid worden sterk onderbelicht in de wetenschappelijke informatie die er nu is. Het intens genieten van kunst en muziek, maar ook het feit dat deze mensen vaak de neiging hebben om dieper na te denken over dingen. Of het sociale aspect ervan, de empathie en invoelendheid die deze groep ervaart.”

Volgens De Gucht ligt de nadruk bij onderzoek naar hooggevoeligheid vaak op de negatieve aspecten, zoals gevoeligheid voor stress en prikkels.

HSP populair door maatschappelijke frictie

De laatste jaren lijkt de interesse in hooggevoeligheid toe te nemen, zo laat ook de hoeveelheid beschikbare informatie zien. Daar heeft deskundige Susan Marletta Hart, tevens schrijfster van het boek Leven met hooggevoeligheid, van opgave naar gave, wel een verklaring voor. “Dit soort onderwerpen wordt populair omdat er in de maatschappij frictie ontstaat. Mensen krijgen klachten en zoeken online naar antwoorden. Zo stuiten ze op onderzoeken van psychologen en wetenschappers en ontdekken dat hun klachten grotendeels overeenkomen met die van mensen met een hooggevoelig zenuwstelsel.”

Volgens de Arons is een op de vijf mensen hooggevoelig. Deze groep krijgt volgens hen onterecht snel stempels als ‘verlegen’, ‘introvert’ of ‘overgevoelig’. Er is meer discussie over wat hooggevoeligheid precies is, zegt ook Marletta Hart. “Er zitten meerdere aspecten aan, en de meningen verschillen over welke wel en niet bij de eigenschap horen.”

Ieder hooggevoelig mens heeft daarnaast ook andere karaktereigenschappen, dus het uit zich bij iedereen anders. “Het is allemaal niet zo exact als wiskunde.” Iemand die hooggevoelig is, kan daarnaast bijvoorbeeld ook druk zijn. Het een sluit het ander niet uit. “De kunst is vooral goed te weten hoe om te gaan met die ene hooggevoelige eigenschap”, aldus de auteur.

Mensen gaan zichzelf diagnosticeren

Ook De Gucht ziet dat er meer aandacht is voor het onderwerp. “Het persoonlijksheidskenmerk heeft altijd bestaan, maar als er meer over wordt geschreven kan dat een hype worden. Mensen gaan zichzelf diagnosticeren.”

De term heeft diverse betekenissen gekregen, maar zolang niet goed in kaart is gebracht wat de verschillende dimensies van hooggevoeligheid zijn, is er weinig over te zeggen, vindt de gezondheidspsycholoog. “Daarnaast zijn bijna alle studies naar dit onderwerp gedaan onder studenten en niet onder de algemene bevolking.”

Hooggevoeligheid ontstaat niet door veranderingen van omgeving en omstandigheden, benadrukt Marletta Hart. “Het was er altijd al, maar de omgevingsfactoren zijn erg veranderd de afgelopen twintig jaar. Ons leeftempo, prikkels, de druk die jongeren ervaren op school, vrouwen die werk en gezin combineren. Dat is allemaal toegenomen en deze groep ervaart dat heftiger.” Als de wereld steeds harder gaat draaien, dan zijn de HSP’s de eersten die eraf vallen, aldus de deskundige.

Veel misvattingen over hooggevoeligheid

Het onderwerp moet vooral bekender worden voor iedereen, oppert Marletta Hart. “Vooral op scholen. Hooggevoelige kinderen kunnen meegaand zijn, maar ook stil of onopvallend. Het zou goed zijn als de leraar weet wat er onder die oppervlakte zit en welke worsteling daar plaatsvindt. Een worsteling niet alleen met jezelf, maar ook met klasgenoten en de wereld om hen heen.”

Marletta Hart vindt het jammer dat hooggevoeligheid soms als trend wordt gezien of zelfs een stoornis wordt genoemd. Er zijn zo veel misvattingen over hooggevoeligheid, benadrukt ze. “Mensen denken snel: zeur niet zo, of stel je niet aan. Maar dat zijn allemaal dooddoeners. En het werkt bovendien averechts. Het advies moet vooral zijn: neem de tijd voor dingen en neem je gevoel serieus.”

De Gucht wil zich met haar onderzoek niet alleen op de term hooggevoeligheid richten. “Ik wil ook bestuderen of er een verband is tussen hooggevoeligheid en het ervaren van lichamelijke en psychische klachten, daar is de literatuur nog niet erg duidelijk over.”

Momenteel hebben drieduizend deelnemers de vragenlijst van De Gucht ingevuld. Het probleem: het zijn voor 90 procent vrouwen. “Tot op heden werd aangenomen dat het kenmerk gelijk verdeeld is onder mannen en vrouwen, ik hoop dus vooral dat meer mannen zich gaan melden en de vragenlijst invullen. Daarna kunnen we verder met het onderzoek.”

Bron: nu.nl

Dit bericht is 9763 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail