De Jeugdwet is volstrekt niet passend voor kinderen met een levenslange beperking

Facebooktwitterlinkedinmail

21 juni 2018 – Donderdagavond spreekt de Tweede Kamer over de tussenevaluatie van de Jeugdwet. En dat is hard nodig. Want de Jeugdwet is al sinds de invoering in 2015 onderwerp van zorg en kritiek. Gemeenten komen miljoenen tekort, wachtlijsten blijven hardnekkig te lang en kinderen met een beperking en hun ouders blijken veel slechter af dan voorheen in de Algemene wet bijzondere ziektekosten (Awbz). Hoe kan een wet, die bedoeld was om dichtbij huis oplossingen op maat te realiseren, uitmonden in een zorgdrama voor de betrokken gezinnen?

Bij Ieder(in) vroegen we onlangs vijf organisaties uit ons netwerk naar hun ervaringen met de Jeugdwet. In korte tijd kregen we zo’n honderd cases van wanhopige ouders. Hun verhalen zijn schokkend. Kinderen en jongeren die verstoken blijven van passende zorg. Ouders die sinds de invoering van de Jeugdwet aanhoudend hebben moeten strijden voor goede zorg en dat hebben moeten bevechten op hun gemeente. Hoe kan dat? Analyse van de binnengekomen verhalen leert dat het regime van de Jeugdwet op meerdere fronten botst met de vraag van kinderen met een beperking en hun ouders.

Zo zet de Jeugdwet in op de-medicaliseren en de-problematiseren. Voor kinderen met een psychische aandoening, een verstandelijke of lichamelijke beperking is dat soms onverantwoord. Een kind met complex gedrag vanwege autisme of een verstandelijke beperking, vraagt nu eenmaal een andere benadering dan een kind met complex gedrag vanwege een echtscheiding of een kwetsbare sociale context. Ont-zorgen leidt in geval van een levenslange beperking vaak tot overvraging van het kind, en zijn gezinsleden.

Daarnaast moet de Jeugdwet totaal verschillende groepen kinderen bedienen, waar voor elk van die groepen andere, soms botsende, professionele benaderingen nodig zijn. Bij kinderen met ernstige psychische problemen, of kinderen in zeer dysfunctionele gezinnen, is een vorm van ingrijpen wellicht logisch vanwege de veiligheid van het kind. Maar in het geval van kinderen met een beperking is het faciliteren van hun leven veel meer passend.

Van origine wordt, ten derde, de Jeugdwet in veel gemeenten uitgevoerd door jeugdbeschermers. Vanuit dat perspectief staat – bij problemen – niet de aandoening van het kind centraal, maar vooral de dysfunctionele sociale context van het kind. Ouders van kinderen met een beperking hebben regelmatig het gevoel dat ze als dysfunctioneel gezin worden bejegend. Ook komt het voor dat gemeenten dreigen met een Veilig Thuis-melding als ‘lastige’ ouders geen genoegen nemen met het aanbod van de gemeente.

De vaakst terugkerende klacht over de Jeugdwet is echter dat de gemeente stuurt met tijdelijke relatief lichte, oplossingsgerichte interventies. Terwijl kinderen met een verstandelijke, fysieke beperking of een ontwikkelingsstoornis juist baat hebben bij langlopende, intensieve ondersteuning door vertrouwde professionals of naasten. Hun beperking valt immers niet ‘op te lossen’.

Kortom de Jeugdwet is, ook na 3,5 jaar uitproberen, volstrekt niet passend voor kinderen met een levenslange beperking. Daar hebben noodklokken en brandbrieven helaas nog geen verandering in gebracht. Onze hoop is gevestigd op de Tweede Kamer! Steun deze prachtige kinderen en hun moedige ouders, en garandeer voor hen de toegang tot passende zorg en ondersteuning. Zodat ook zij kunnen meedoen ín de samenleving en niet nu al buiten de boot vallen!

Illya Soffer, directeur Ieder(in)

Bron: binnenlandsbestuur.nl

Dit bericht is 8452 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail