Het beroep van huisarts is fors veranderd de laatste jaren

Facebooktwitterlinkedinmail

1 april 2019 – Het mooiste aan het huisartsenvak? “Het directe en vaak langjarige contact met mensen,” daarover zijn Frans  en Kay Len Macco het eens. “Wij willen inzicht krijgen in wat er speelt bij iemand. Daarom kijken we graag ‘breed’: niet alleen naar de patiënt of klacht, maar naar de hele context.” Vader en dochter Macco studeerden beiden Geneeskunde aan de Universiteit Maastricht en volgden er de opleiding tot huisarts, hij in de jaren tachtig, zij recent. Sinds 2017 runnen ze samen een huisartsenpraktijk met 2.100 patiënten in het Limburgse Susteren.

Het spreekuur is afgelopen en Frans staat op het punt om visites te gaan rijden. De grote afwisseling die het werken als huisarts met zich meebrengt, spreekt hem na al die jaren nog steeds aan. De voorbije ochtend heeft hij enkele tientallen patiënten gezien in de leeftijd van 3 tot 98 jaar, met zeer uiteenlopende klachten en aandoeningen.

Laagdrempelig

“Als huisarts hier weet je vaak direct waar mensen het over hebben als ze binnen komen,” vult Kay Len haar vader aan. “Je kent hun angsten en onzekerheden en bent op de hoogte van hun geschiedenis en familiebanden. Dat maakt het voor ons een stuk gemakkelijker om de context van een klacht of ziektebeeld te begrijpen. We streven ernaar om laagdrempelig te zijn, patiënten moeten zich hier begrepen en gehoord voelen.”

Hoewel Kay Len pas anderhalf jaar werkt in de huisartsenpraktijk die haar vader al sinds 1992 bestiert, lijken de twee volledig op elkaar ingespeeld. Nadelen aan de intensieve samenwerking hebben ze nog niet kunnen ontdekken. Kay Len: “Tot nu toe zie ik alleen voordelen, we hebben aan een half woord genoeg om elkaar te begrijpen. Daarnaast kunnen we volledig onszelf zijn en alles met elkaar bespreken.”

Impact

Dat ze geneeskunde zou gaan studeren, was voor Kay Len al snel duidelijk tijdens haar middelbareschooltijd. “Het menselijk lichaam met de diverse ziektebeelden heb ik altijd al intrigerend gevonden, maar dat ik me zou bekwamen tot huisarts en in de voetsporen van pa zou treden, was lang niet evident.” Toen ze als kind nog thuis woonde, zag Kay Len vooral de nadelen van het huisartsenbestaan oude stijl met een vader die bijna altijd aan het werk was. “Ook al had hij de hele nacht dienst gehad, ’s ochtends draaide hij gewoon weer zijn spreekuur. Het was het ritme van de huisdokter van toen. De huisartsenpost zoals we die nu kennen, bestond in die tijd niet. Het betekende dat je als dorpsdokter heel vaak in de avonduren en in het weekend aan de slag moest. Dat had een enorme impact op je sociale leven.”

Terugkijkend op hun studie aan de UM constateren beiden dat de geneeskundeopleiding de laatste jaren een grote evolutie heeft doorgemaakt. Frans: “Toen ik begon, waren er nauwelijks colleges, het probleemgestuurd onderwijs was net in opkomst en er was nog weinig aandacht voor communicatieve vaardigheden. Je zat vaak in het skillslab, verder moest je heel veel zelf uitdokteren.” Een wereld van verschil met de opleiding van nu, beseft Kay Len. “Ik denk dat de basisopleiding van nu veel completer is dan die in de tijd dat mijn vader studeerde.” Een tip voor aanstaande huisartsen hebben vader en dochter ook: “Ga stage lopen in diverse praktijken. In steden en dorpen, in gezondheidscentra maar ook in een solopraktijk. Zo leer je waar je het best gedijt en waar je voorkeuren liggen.”

Psychosociale zorg

“Het beroep van huisarts is fors veranderd de laatste jaren,” stelt Frans. “De werkdruk is in zekere zin verminderd. Deels door de komst van de huisartsenposten in het ziekenhuis, maar ook door de praktijkondersteuners die ons veel werk uit handen nemen. Voor ons betekent het dat wij meer tijd en aandacht hebben voor de individuele patiënt. Daar staat tegenover dat de problematiek waarmee mensen nu bij hun huisarts komen, vaak een stuk ingewikkelder is.” De grootste uitdaging van de huisarts anno 2019 zit volgens de Macco’s dan ook in de multi-problematiek waarmee ze te maken hebben. “Onze patiënten zijn – net als in veel andere dorpen – relatief oud, zijn vaker ziek en hebben vaak meerdere aandoeningen tegelijk. Daarnaast zie je dat eenzaamheid steeds vaker een thema op het spreekuur is. Dat betekent dat het verlenen van psychosociale zorg steeds belangrijker wordt, maar het maakt je vak wel vele malen interessanter.”

Bron: maastrichtuniversity.nl

Dit bericht is 2697 keer gelezen.

Facebooktwitterlinkedinmail